De August Kelting collectie

Ons museum heeft een bijzondere verzameling Kelting items.

Frederich Auguste Kelting werd geboren op 30 april 1845 in Zaandijk en is overleden op 20 maart 1922. Hij deed baanbrekend werk in het stimuleren van de losse bouw. Vaste bouw was de korf-imkerij, waarbij de raten in de korf vast zaten in de korf en de honing over het algemeen alleen gewonnen kon worden door het bijenvolk af te slachten. (met zwavel of salpeter te doden)

Bij losse bouw wordt gewerkt met uitneembare raten. Het volk hoefde dus niet meer afgeslacht te worden om de honing te kunnen oogsten.

Tot 1878 woonde en werkte Kelting aan de Marnixstraat 140, toen nog aan de rand van Amsterdam.

In 1878 verhuisde hij naar het Hollandsche Bijenpark op buitenplaats Roos en Beek in Santpoort. Hij begon daar de eerste Nederlandse handelsbijenstand Melona. Hij verkocht er imkermaterialen, bijenwas en honing en specialiseerde zich in de losse bouw met de Gravenhorster boogkorf.

Omstreeks 1870 was de bijenteelt in Nederland sterk op zijn retour. In Duitsland en Polen waren Dzierzon, von Berlepsch en Gravenhorst met hun losse bouw bezig met een vernieuwende manier van bijenhouden. Kelting bekeek die ontwikkelingen als een van de weinigen in ons land met interesse en paste dit toe in zijn zelfgemaakte Dzierzonkast (1874) en  met de verkoop  van Gravenhorster boogkorven.

In Engeland en Amerika werd al gewerkt met de Engelse WBC kasten (William Broughton Carr-kasten). Daarom kocht hij er een en ontwikkelde een simpeler versie voor de Nederlandse markt.

Deze versie, de simplexkast, is in ons land zeer populair geworden. Deze bijenkasten werden door hem verkocht als de “Keltings Hollansche W.B.C. kast”. Het in de simplexkast gebruikte raam is nog steeds het meest gebruikte raam. De dubbelwandige simplexkast is inmiddels vervangen voor de enkelwandige spaarkast.

In 1897 heeft Kelting meegewerkt aan de oprichting van de Vereniging tot Bevordering van de Bijenteelt (de huidige NBV) en heeft veel artikelen geschreven voor het maandschrift voor de Bijenteelt (voorheen het “groentje”, nu het huidige blad “bijenhouden”)

Kelting gaf lezingen door het hele land. Omdat hij per trein het land doortrok maakte hij kleine, zeer natuurgetrouwe kopieën van zijn simplexkasten om mee te nemen naar zijn voordrachten. Enkele daarvan zijn onderdeel van onze collectie.

Een van de eerste initiatieven van de nieuwe Vereniging tot bevordering van de bijenteelt (VBBN) was het organiseren van de gemeenschappelijke honingverkoop, het maken van een maandblad en een door het rijk gesubsidieerde cursus bijenteelt. Het eerste examen van deze cursus werd in 1900 afgenomen op het bijenpark van Kelting in Santpoort. Daarvoor waren er vijf kandidaten waarvan er slechts twee slaagden. De geslaagden waren de gebroeders van Giersbergen. Leon van Giersbergen werd in 1905 de eerste erkende leraar bijenteelt en later de eerste Rijksbijenteeltconsulent.

Schoenpoets op basis van bijenwas en honing.

In 1884 begint Kelting samen met Laurens Bruijn, beide imkers,  een poetsmiddelenfabriek op zijn bijenpark in Santpoort. Het is hun gelukt om uit pershoning, die voor menselijk voedsel onbruikbaar is, een uitmuntende poetspommade te bereiden. Toen ook schoensmeer in productie werd genomen en het Nederlandse leger hun grootste afnemer werd begon Bruijn een grotere fabriek in Utrecht onder de naam “Bijenpark”.  Kelting bleef bij zijn handelsbijenstand “Melona”. Enkele blikjes Bijenpark schoencréme zijn in onze collectie te zien.