IMKERTUINREGLEMENT

(Aanvulling op het Tuinreglement van de Stichting Bijenpark Amsterdam)

 

       Algemeen

1. De imkertuinen bevinden zich op de Bijenparken die door de “Stichting Bijenpark Amsterdam” (SBA, hierna ook te noemen de verhuurder) worden beheerd.

2. De aanvraag voor het huren van een imkertuin dient schriftelijk te geschieden bij het bestuur van de Amsterdamse Vereniging tot Bevordering van de Bijenteelt (AVBB), die de aanvraag na goedkeuring voordraagt aan het bestuur van de SBA. De huur gaat pas in nadat de huurder zich akkoord verklaard heeft met het tuinreglement en een huurovereenkomst met de verhuurder heeft getekend.

3. Bij beschikbaarheid van een imkertuin heeft ieder lid van de AVBB die bijen wil plaatsen op een imkertuin en die in het bezit is van een basisimker-diploma, het recht een imkertuin te huren met in achtneming van het bovenstaande. De huurder moet lid zijn van de AVBB c.q. lid worden bij aanvang van de huur.

4. Het doel van de huurder moet zijn het houden van bijen op één van de imkertuinen. Zodra een huurder van een imkertuin geen bijen meer houdt op zijn imkertuin vervalt de huurovereenkomst.

5. De verhuurder stelt de jaarlijkse huur vast. De vereiste waarborg bedraagt één jaar huur ter grootte van de huur die geldt bij het aangaan van de huurovereenkomst.

6. De huur van een imkertuin dient opgezegd te worden bij de verhuurder. 

7. Bij beëindiging van de huur dient de tuin in goede staat en in principe zonder opstallen achtergelaten te worden. Sleutels van het park, loodsen e.d. moeten worden ingeleverd.

8. De verhuurder kan de kosten voor het op orde brengen van de imkertuin verhalen op de huurder, waarvoor onder meer de waarborg kan worden aangewend. Wat betreft het verwijderen van de opstallen bij beëindigen van de huur kan ontheffing aangevraagd worden bij verhuurder.

9. De aspirant huurder krijgt bij aanvang van de huur een proefcontract voor één jaar. Doel van dit contract is dat huurder in deze periode moet aantonen de bepalingen, die aan de huurder zijn gesteld in de artikelen van het imkertuinreglement, op een goede en adequate wijze heeft nageleefd. Een maand voor het aflopen van het proefcontract wordt beoordeeld of de huurder gedurende de periode van het afgelopen jaar de werkzaamheden op een wijze heeft uitgevoerd overeenkomstig de regels gesteld in het reglement. Het AVBB-bestuur beoordeelt dit wat betreft het houden van de bijen. In deze beoordeling wordt ook betrokken of er klachten aan het bestuur zijn geuit over de wijze waarop de bijen worden gehouden en de aard van deze klachten. Indien vastgesteld wordt dat voldaan is aan de gestelde eisen wordt de huurder een contract aangeboden. Indien vastgesteld wordt dat dit niet het geval was wordt geen contract gesloten.

10. Pas nadat de huurovereenkomst door verhuurder en nieuwe huurder is ondertekend, zoals hierboven is genoemd in artikel 2, kunnen de oude en de nieuwe huurder definitieve afspraken maken over de overdracht van eventuele opstallen.

 

   Imker- en suikerloods

11. Op het Nieuwe Park is er per huurder in beperkte mate plaats voor opslag van imkermateriaal in één van de loodsen. Het oppervlak dat toegekend wordt, is onder meer afhankelijk van het beschikbare stellingoppervlak, van de hoeveelheid materiaal dat de imker moet opslaan en van de mogelijkheid in een imkerschuurtje/bijenstal materiaal op te slaan. Het toegekende oppervlak zal nooit meer zijn dan 3 kasten breed en 2 diep.

12. Buiten de stellingen is geen opslag toegestaan, de vloer moet vrij zijn om te werken.

13. Tijdens het bijenseizoen (01-03 tot 30-09) mag er in de genoemde loodsen niet geschilderd worden. 

14. Iedereen dient zijn eigen rommel en afval op te ruimen.

15. Er mag geen raat-materiaal in de loodsen worden opgeslagen i.v.m. wasmot.

16. Alleen schoon kast- en imkermateriaal mag worden opgeslagen.

17. Ieder lid kan gebruik maken van de slingerfaciliteiten. Reserveer de gewenste dag(delen). Sleutel van slingerloods bij bestuur van de AVBB te verkrijgen.

18. De slingerloods dient na gebruik schoon achtergelaten te worden. 

19. De slingerhoek dient te allen tijde schoon te blijven. Na gebruik van slinger, ontzegelbak, etc. deze schoon en droog achterlaten. Zie instructies in slingerloods.

20. Alleen milieuvriendelijke, biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen zijn toegestaan.

 

  Imkertuinen

21. Een tegel is een opstelplaats voor maximaal 3 bijenvolken per huurder in het imkergedeelte van één van de bijenparken zonder een bijbehorende tuin. In afwijking van het genoemde voor imkertuinen verhuurt de AVBB deze tegels. De jaarlijkse huur en borg worden door de AVBB vastgesteld na overleg met de SBA.

22. Elk lid van de AVBB kan met in achtneming van het tuinreglement zijn bijen gratis op één van de parken plaatsen voor de duur van maximaal 2 maanden ter overbrugging van staanplaatsproblemen en/of bevruchting van koninginnen. Voor toewijzing van een plaats dient men zich te richten tot het AVBB bestuur. Het bestuur heeft het recht deze plaatsing te weigeren. Dit bestuur kan besluiten de termijn van twee maanden te verlengen indien het betreffende lid daartoe gegronde argumenten levert. 

23. Bijenvolken en het gebruikte kastmateriaal dienen naar behoren onderhouden te worden. 

24. De imker en zijn bijen mogen geen overmatige en onnodige overlast veroorzaken aan ondermeer de buren, medehuurders, gasten en omgeving, een en ander naar het oordeel van het bestuur van de AVBB.

25. Ziektepreventie en/of -bestrijding.

  1. De huurder is verplicht bij zijn volken te zorgen voor adequate ziektepreventie en/of -bestrijding. De huurder dient zijn volken te behandelen volgens de nu geldende inzichten waarvan de meeste zijn gebaseerd op de “Richtlijnen van de Plant Research International Wageningen UR vervat in de brochure Effectieve bestrijding Varroa (2010)” en de “Broedziekten van honingbijen, herkenning en bestrijding tegen bijenziektes”. Het bestuur kan een opgaaf van de huurder verlangen waarin de huurder de door hem gebruikte bestrijdingsmiddelen en bestrijdingsaanpak rapporteert.
  2. Indien de huurder van oordeel is dat een alternatieve methode van bestrijding van Varroa eenzelfde effect sorteert als de hiervoor genoemde methode, kan de huurder het bestuur van de AVBB verzoeken de bestrijding met de alternatieve methoden toe te staan, mits de huurder aan kan tonen dat deze methode dezelfde effectiviteit heeft. Het bestuur toetst deze effectiviteit door in de betreffende volken, na de alternatieve bestrijding, de Varroa-besmetting vast te stellen. Indien de besmetting, op grond van de richtlijnen genoemd in lid 1 te hoog is, verplicht het bestuur de toepassing van de in lid 1 neergelegde methode van bestrijding.
  3. Indien bij de volken besmettelijke ziekten vermoed of geconstateerd worden, is het bestuur bevoegd de betrokken huurder te verplichten deze volken te laten onderzoeken door een bevoegde instantie en haar voorschriften en/of aanwijzingen stipt en onmiddellijk op te volgen.
  4. Indien de betrokken huurder nalaat ter zake de passende maatregelen te nemen zullen die op zijn of haar kosten door het bestuur, dan wel door de door het bestuur gemachtigde personen, worden genomen. Weigering tot medewerking kan betekenen beëindiging van het lidmaatschap van de AVBB.

26. De huurder dient de gehuurde imkertuin met eventuele opstallen naar behoren te onderhouden, een en ander naar het oordeel van het bestuur van de AVBB en/of de verhuurder. 

27. Voor imkertuinen aan de slootkant moet de slootkant elk najaar schoongemaakt zijn vóór de schouw.

28. Per imkertuin mogen er bij het begin en het einde van het bijenseizoen – met als peildatum 15 april en 15 oktober – niet meer dan 8 bijenvolken zijn, inbegrepen de reizende volken die afkomstig zijn van die tuin of van elders en die na het reizen hun standplaats krijgen op die tuin. Dit is een aanvulling op artikel 13.2 van het Tuinreglement. Een volk in deze is elke sociale eenheid van tenminste een aantal honingbijen en een koningin.  Deze volken zijn uitsluitend eigendom van de huurder. Het bestuur van de AVBB bepaalt het aantal volken in de lestuin.

29. Huurders worden verzocht zo min mogelijk op zondag in de volken te werken. Indien dit wel gebeurt mogen de bijen geen last bezorgen door ondermeer stekerig gedrag. Een lid van het bestuur van de AVBB of SBA kan bij overlast op zondag een huurder manen zijn activiteiten zonder opgaaf van redenen per direct te stoppen.

30. De huurder mag op zijn imkertuin een imkerhuisje en een bijenstal plaatsen.

31. Maximaal 1/3 van het oppervlak van een imkertuin mag bebouwd worden met inbegrip van aangelegde verharde- c.q. tegeloppervlakken.

32. De aanwezige imkerstal (bijenstal) dient als zodanig te worden gebruikt.

33. Het bouwen van opstallen van welke aard dan ook dienen schriftelijk aangevraagd te worden met tekening bij de verhuurder. Schriftelijke toestemming dient verkregen te zijn alvorens met de bouw mag worden begonnen. De verhuurder kan voorwaarden aan de goedkeuring verbinden. Verandering van kleur is niet toegestaan zonder goedkeuring van de verhuurder. Zie bouwvoorschriften behorend bij het Tuinreglement.

34. In afwijking van artikel 12.2 van het Tuinreglement mogen leden van het bestuur van de AVBB de imkertuinen betreden en ingrepen in de bijenvolken verrichten indien zij dit nodig achten. Eventuele kosten worden op de huurder verhaald.

35. Met uitzondering van het gestelde in artikel 34 is het niet toegestaan de kasten van iemand anders te openen en/of in de volken te werken zonder de uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar. Dispensatie op deze regel kan door tenminste twee leden van het bestuur van de AVBB gegeven worden.

36. Een beroep kan worden gedaan op de huurders van imkertuinen voor het helpen onderhouden van het imkertuin-gedeelte op één van de twee Bijenparken zoals het lesgedeelte, de paden en vacante imkertuinen.

37. De mogelijkheid bestaat dat een imker gedurende een periode niet zelf voor zijn bijen kan zorgen, bijvoorbeeld gedurende een vakantieperiode. Wanneer de imker zijn volken laat verzorgen door een andere imker, is de eerstgenoemde verplicht het bestuur van de AVBB hiervan in kennis te stellen, alsmede de naam van de waarnemende imker te melden.

Dit Imkertuinreglement is een integraal onderdeel van het tuinreglement van de SBA.  Dit Imkertuinreglement vervangt eerdere versies. Indien er een discrepantie is tussen de inhoud van dit Imkertuinreglement en het Tuinreglement prevaleert de bepaling zoals vermeld in het Tuinreglement, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.

 

Goedgekeurd door de ALV van de AVBB op 12 maart 2023

Aanvulling op het tuinreglement van de Stichting Bijenpark Amsterdam, versie Augustus 2023 Punt 8.